Het plan

WESTELIJK PLANDEEL

 

Westelijk Plandeel

De bebouwing in het westelijk plandeel bestaat uit een erfbebouwing. Vier gebouwen vormen samen een cluster dat refereert aan een agrarische bebouwing in een open landschap. De gebouwen staan rond een openbare binnenruimte die wordt ingericht voor collectief gebruik. Bij de entree van het erf wordt een bouwdeel als hoofdgebouw ontworpen. Dit bouwdeel vangt de blik bij de benadering van het erf. Eén van de vier gebouwen is een parkeergebouw. Het parkeergebouw ligt aan de geluidsgevoelige kant langs de Noorderveenweg. De groene ruimte om het erf wordt ingericht met karakteristieke erfbeplanting. Voor beplanting en inrichting dient het Ervenhandboek Zaanstad (Landschap Noord-Holland) als leidraad. De binnenruimte krijgt een inrichting die doet denken aan boerenerf. De beplantingen met een oprijlaan, entreebomen bij de ingang, dichte bosjes en een boomgaard versterken het idee te wonen op een erf.

OOSTELIJK PLANDEEL

Oostelijk Plandeel

Deze nieuwe woonlocatie geeft invulling aan een landelijk woonmilieu. Hierbij is het uitgangspunt dat de bebouwing op een argeloze manier is gesitueerd met veel doorzichten naar het landschap. De bebouwing ligt gegroepeerd langs één landelijk vormgegeven buurtweg. In de woonbuurt komen stevige boomsingels die het kavelpatroon van het cultuurlandschap weer voelbaar maken. De boomsingels geven vorm aan de biodiversiteit en zorgen voor schaduw in het gebied. De boomsingels zijn de landschappelijke coulissen waar de woningen als het ware tussen liggen. Naast de boomsingels is water een bouwsteen. Het water vormt de rand van het woongebied en doorkruist het gebied één keer. Sommige delen van de waterranden zijn geprivatiseerd en andere delen zijn openbaar toegankelijk. Alle openbaar toegankelijke oevers worden natuurlijke oevers. Private oevers worden mee-ontworpen zodat hier een eenduidig beeld wordt geborgd. De bebouwing is divers en afwisselend met verschillende woningtypen. Er zijn traditionele woningtypen maar ook twee schuurvormige objecten in de vorm van rug-aan-rugwoningen. Centraal in het gebied staat, los in het groen, een bijzondere bouwvorm met open terrassen aan het groen. De overgangen naar het groen spelen in op de specifieke ligging van de woningen. Zo zijn er stoepen, voortuinen met hagen en vlonders aan het water. Met een spel van afwisselende ruimten, groen en gebouwen wordt een landelijke sfeer opgeroepen.